Skip to content

Vitamine D helpt tegen kanker

Het belang van vitamine D kwam voor het eerst onder de aandacht toen bleek dat een gebrek hieraan de oorzaak bleek van de zogenaamde ‘Engelse ziekte’ waarbij de normale botgroei wordt verstoord. Behalve dat we vitamine D binnen krijgen met de consumptie van vooral dierlijke vetten maken we zelf vitamine D aan in de huid onder invloed van zonlicht. We weten nu dat voor een gezonde botgroei een vitamine D spiegel in ons bloed nodig is van minimaal 20 nanogram per milliliter (ng/ml). Geleidelijk aan is gebleken dat vitamine D ook een belangrijke rol speelt bij ons afweersysteem, de aanmaak van hormonen en tevens bij het voorkomen van diverse ziektes zoals hart- en vaatziekten en multiple sclerose.
vitamin-d-sources

Vitamine D helpt bij de preventie en behandeling van kanker

Het belang van vitamine D kwam voor het eerst onder de aandacht toen bleek dat een gebrek hieraan de oorzaak bleek van de zogenaamde ‘Engelse ziekte’ waarbij de normale botgroei wordt verstoord. Behalve dat we vitamine D binnen krijgen met de consumptie van vooral dierlijke vetten maken we zelf vitamine D aan in de huid onder invloed van zonlicht. We weten nu dat voor een gezonde botgroei een vitamine D spiegel in ons bloed nodig is van minimaal 20 nanogram per milliliter (ng/ml). Geleidelijk aan is gebleken dat vitamine D ook een belangrijke rol speelt bij ons afweersysteem, de aanmaak van hormonen en tevens bij het voorkomen van diverse ziektes zoals hart- en vaatziekten en multiple sclerose.

Een bijzonder interessant fenomeen is dat het vitaminegehalte in ons bloed blijkt samen te hangen met het risico op kanker. De eerste aanwijzingen hiervoor werden al gepubliceerd in 1941. Het bleek namelijk dat hoe noordelijker men in Noord-Amerika woont hoe hoger de kans is om kanker te krijgen. Geleidelijk aan werd gesuggereerd dat de reden voor deze grote verschillen zou kunnen liggen in de bloedspiegels van vitamine D die worden veroorzaakt door de verschillen in het aantal uren zonneschijn tussen het noorden en het zuiden van de VS. Dat dit inderdaad het geval zou kunnen zijn werd steeds duidelijker door de resultaten van diverse daaropvolgende onderzoeken waaruit bleek dat vrouwen met de laagste vitamine D bloedspiegels tot wel vijfmaal meer kans op borstkanker hebben dan vrouwen met de hoogste waarden! Ook bij dikke darmkanker blijkt er een belangrijke samenhang met vitamine D waarbij naarmate de bloedspiegel stijgt tot 100 ng/ml het risico steeds kleiner wordt. Ondertussen bleek dat hoge bloedspiegels vitamine D ook het risico kunnen verkleinen op andere vormen van kanker.

De resultaten uit de hierboven beschreven onderzoeken beschrijven echter ‘slechts’ de samenhang tussen vitamine D en kanker en zijn op zich nog geen bewijs dat we door het nemen van extra vitamine D kanker kunnen voorkomen en al zeker niet of dit kan helpen bestaande kanker te bestrijden. De enig betrouwbare manier om dit uit te vinden is met een zogenaamd prospectief placebo gecontroleerd onderzoek waarbij deelnemers aan het onderzoek gerandomiseerd ofwel vitamine D ofwel placebo slikken en waarbij na een aantal jaren wordt gekeken of er verschillen tussen de twee groepen zijn opgetreden. Onlangs zijn twee dergelijke onderzoeken gepubliceerd waarbij deelnemers gedurende ruim 5 jaar dagelijks ofwel placebo ofwel 2.000 IU-vitamine D innamen.

In het eerste zogenaamde VITAL-onderzoek werd vooral gekeken of suppletie met vitamine D bij gezonde deelnemers het ontstaan van kanker in de daaropvolgende jaren kan voorkomen. Ondanks de hooggespannen verwachtingen vielen de resultaten tegen! Althans op het eerste gezicht. Het bleek dat er na vijf jaar in de vitamine D groep een afname in het ontstaan van kanker werd gevonden van ‘slechts’ 4%. Wel bleek bij nadere analyse dat diegenen die kanker kregen in de vitamine D groep een 25% lagere kans hadden in vergelijking tot de placebogroep om er in die vijf jaar ook aan te overlijden.  

Een groot gemis in deze studie is echter dat er geen grondige analyse is gedaan van de relatie tussen de bloedspiegels van vitamine D en de waargenomen effecten. Een bepaalde dosering vitamine D geeft namelijk bij verschillende personen grote verschillen in de stijging van hun bloedspiegels. Uit de eerder besproken bevolkingsonderzoeken blijkt dat naarmate de bloedspiegels van vitamine D hoger zijn het risico op kanker sterker daalt. De onderzoekers hadden dus in plaats van de standaard vitamine D dosering met 2.000 IU de vergelijking moeten maken tussen placebo en een individueel aangepaste dosering van vitamine D die tenminste een bepaalde minimale bloedspiegel tot gevolg had.

Bij het tweede Japanse AMATERASU-onderzoek werd gekeken vitamine D kan helpen om kanker van het maagdarmstelsel niet te laten terugkeren na de in eerste instantie succesvolle operatieve verwijdering. Het bleek dat in de placebogroep na vijf jaar de kankervrije overleving 69% was tegen 85% in de vitamine D groep met de hoogste bloedspiegels die echter niet hoger reikten dan 40 ng/ml.

We weten nu dus dat dagelijkse supplementen met 2.000 IU vitamine D gedurende 5 jaar een licht preventieve werking hebben voor het krijgen van kanker die echter niet in de buurt komt van resultaten behaald in bevolkingsonderzoeken die immers het effect meten van levenslang hogere vitamine spiegels en dan vooral gunstige effecten tonen bij de hoogste bloedspiegels van vaak veel hoger dan 40 ng/ml. Verder blijkt uit het Japanse onderzoek dat vitamine D de overlevingsduur van kankerpatiënten verder doet toenemen, vooral bij diegenen waarbij de vitamine D bloedspiegel het hoogst is, maar zonder dat de mogelijk effectievere niveaus van boven de 40 ng/ml werden bereikt.

Mijn conclusie op basis van de tot nu toe bekende onderzoeken is dat het voor iedereen is aan te bevelen om een vitamine D spiegel in je bloed na te streven van minimaal 40 ng/ml en liefst nog hoger als je kanker hebt. In de praktijk zullen bijna altijd veel hogere doseringen nodig zijn dan de momenteel aanbevolen 800 IU per dag. Zo bleek dat ikzelf met 2.000 IU per dag op 38 ng/ml uitkwam. Ik heb me ten doel gesteld om dit verder te laten stijgen tot tenminste 50 ng/ml en heb daarvoor mijn eigen dosering opgehoogd tot 4.000 IU per dag. Mijn huidige bloedspiegel is daarop inderdaad gestegen tot de door mij nagestreefde 50 ng/ml.

Meten is weten!

William Cortvriendt is medicus en auteur van diverse bestsellers over de relatie tussen leefstijl, ziekte en gezondheid zoals Hoe word je 100 en Lichter. Binnenkort wordt zijn nieuwe boek Kankervrij gepubliceerd over wat we zelf kunnen doen om kanker te overwinnen.

Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
LinkedIn
Share on pinterest
Pinterest